woensdag 5 september 2012

Fringe 2012: Er is een morgen

Op de Fringe website werd 'Er is een morgen' aangekondigd als 'een hartverscheurend verhaal door nieuw schrijftalent Timen Jan Veenstra'. Sterker nog, dit was 'een nieuwe moderne klassieker'. U begrijpt dat de TV dokter de kans om daar als een van de eersten deelgenoot van te zijn, niet liet lopen.


Er is een morgen. Maar die ziet er niet al te best uit.
Bron: Amsterdam Fringe website


Van de Fringefestival website: 
'Er is een morgen' is een apocalyptische dialoog tussen twee mannen die als enigen over zijn in een wereld die ze niet meer herkennen. [...] Geïnspireerd op de paradox waar zijn generatie zich mee geconfronteerd ziet: opgroeien met het idee dat je alles kunt worden wat je wilt, maar nu versleten worden voor "nutteloos" omdat je besloot Latijn te studeren. Wanneer alles wat je dacht te kennen wegvalt, waar verlang je dan naar?
Na het zien van de voorstelling, vindt de TV dokter bovenstaande omschrijving wat hinken op twee gedachten. Was het een apocalyptische dialoog? Ja. Behoorlijk. Zaten daar twee verdwaasde jonge generatie Y-ers moedeloos Ovidius te declameren? Nou, nee. Dat zinnetje uit de pitch lijkt eerder een lokkertje. Een vlot klinkend stuk tekst, louter en alleen aangeleverd om (meer?/een jonger?/een ander?) publiek te trekken. Alsof de makers bang waren dat het op handen zijnde einde van de wereld niet genoeg dramatiek met zich meedraagt. Jammer, eigenlijk. 
Gelukkig had de TV dokter zich door de apocalyptische dialoog laten lokken en dus zat zij gisteren aan het eind van de middag in Castrum Peregrini. Een ding was duidelijk: Kennelijk durven maar weinig mannen publiekelijk uit te komen voor het ongunstig uitvallen van hun studiekeuze. Of is het mannelijk deel der natie meer van het 'carpe diem' dan van het 'memento mori'? De TV dokter moet het antwoord schuldig blijven, maar feit is dat er welgeteld slechts twee mannen op de dubbele rij krakende klapstoeltjes zaten.

In de kale, witte ruimte lag alleen een berg as. Pompeii? De Vesuvius? Het publiek bleef in het ongewisse. Hoe de wereld aan haar einde was gekomen, werd in het midden gelaten. Veel was er in ieder geval niet over. Alleen nog een verlaten kinderspeeltuin. Afgaande op de flarden aan herinneringen die de twee overgebleven mannen nog hadden, was de natuur hoe dan ook wel geholpen door wat menselijk geweld om de mondiale rampspoed te bevorderen.

Vreemd genoeg werd het apocalyptische element van de voorstelling, voor wie blanco luisterde, pas tegen het einde duidelijk. Tenminste, de TV dokter meende een messias-momentje langs te horen komen. Daaraan voorafgaand was het zoeken voor het publiek. Wat doen deze mannen? Fantaseren ze? Zijn het herinneringen? Of creëren ze nieuwe gedachten? Een grote pluim* gaat dan ook in de eerste plaats naar acteurs Rik Engelgeer en Arian Foppen. In zo'n kleine, lichte studio zit je als publiek overal toch altijd een beetje ongemakkelijk dicht met je neus bovenop. Maar vanaf het eerste moment was duidelijk dat hier twee bekwame spelers stonden, bij wie het materiaal in goede handen was. Kudos** voor de tekstbehandeling, het heerlijke ABN en de spelenergie van beide heren. 

Jammergenoeg bleef de totale energie van de voorstelling op veel momenten net in iets teveel van hetzelfde hangen. De herinneringen aan een voorbije wereld leken haast onder hoge druk door de hersens van de karakters naar buiten geperst en getrokken te worden. Des te mooier en intenser was het moment waarop een herinnering "in het raam" als een tere vlinder plotseling binnen kwam fladderen.

De TV dokter realiseerde zich tijdens het zien van deze voorstelling nog iets: Zij is dol op het type tekst waaruit 'Er is een morgen bestaat'. Zij moest bij de stijl van Veenstra meteen denken aan Rob de Graaf. En dat is bedoeld als compliment, want diens teksten staan niet voor niets in haar boekenkast. 
En daarmee is dan ook meteen het grootste probleem aangestipt dat de TV dokter met 'Er is een morgen' heeft. Dit type tekst is heerlijk. Om te lezen. Om te analyseren. Om uit te pluizen. Om mee te werken. Om te spelen, zelfs. Maar om naar te kijken? Nee. Als de TV dokter heel eerlijk is, is een toneeltekst als deze te vergelijken met het kijken naar een impressionistisch schilderij. Na afloop ben je een gevoelservaring rijker, maar tijdens het kijken denk je vooral: 
Wat zie ik nu eigenlijk?

* wat klinkt dat truttig

** dat klinkt al beter


Geen opmerkingen:

Een reactie posten